In een persartikel over de nieuwe eindhalte van tramlijn 4 aan het UZ, of eerder het ontbreken van een halte aan de oude hoofdingang, is sprake van bijkomende voorwaarden in de bouwvergunning voor de verlenging van lijn 4. Daarin zou immers die extra halte als voorwaarde zijn opgenomen.

De Lijn stelt dat men de extra halte niet kan opleggen. Wat in hetzelfde artikel wordt betwist door een mobiliteitsexpert van UGent.

Concreet heb ik dan ook volgende vragen:

• Werd een extra halte ter hoogte van de oude hoofdingang van het UZ aan De Pintelaan als bijkomende voorwaarde opgelegd in de stedenbouwkundige vergunning?
• Zo ja, welke stappen zal Stad Gent ondernemen om die alsnog af te dwingen?

Sami Souguir
Fractievoorzitter

Antwoord:

De Stad Gent is steeds voorstander geweest van een halte aan de oude hoofdingang van het UZ. De Lijn is steeds voorstander geweest om de trams eerst te laten rijden, en daarna te evalueren of er hier effectief een bijkomende halte nodig is.

In samenspraak tussen De Lijn en de Stad Gent zijn bij de voorbereiding van dit dossier echter steeds de nodige voorzieningen getrofffen om ter hoogte van de De Pintelaan/Zwijnaardsesteenweg later eventueel een halte te kunnen aanleggen.

Bij de bouwaanvraag van De Lijn (ingediend bij het Gewest) werd dan ook de nodige ruimte vrijgehouden i.f.v. een mogelijke halte-infrastructuur, mocht die in de toekomst nodig blijken te zijn.

De Lijn had bij de bouwaanvraag dus m.a.w. ruimte voor een mogelijke toekomstige halte in het achterhoofd, maar op het ingediende plan stond geen concrete halte-infrastructuur. Anders gezegd: de bouwaanvraag behelste géén halte-infrastructuur. Er was géén concreet plan om een halte te realiseren.

Deze bouwaanvraag werd voor advies aan de stad voorgelegd. De stad stond, conform het eerder overleg, positief tegenover de nodige ruimte die voorzien was om een mogelijke toekomstige halte te bouwen.

De vergunning van de gewestelijke stedelijke ambtenaar

De uiteindelijke vergunning diende afgeleverd te worden door het gewest.

In de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd te worden door het gewest.

In de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd door de gewestelijk stedenbouwkundige ambtenaar op 16 oktober 2013 werd de volgende bijzondere voorwaarde geformuleerd.

In de reservatiestrook aangegeven op plan nr. 5.1 (grondplan rioleringswerken deel 1) ten zuiden van de De Pintelaan, dient een bijkomende halte-infrastructuur te worden ingericht. Terzake dienen de nodige intiatieven genomen te worden.

Maar aangezien in de bouwaanvraag geen concreet plan van halte-infrastructuur zat, is deze bijzondere voorwaarde volgens onze dienst Stedenbouw juridisch eigenlijk zonder vorowerp en niet uitvoerbaar. Er zou hiervoor een nieuwe bouwaanvraag moeten ingediend worden waarin die halte-infrastructuur is voorzien (maar dat is De Lijn op dit moment niet van plan).

Bijkomend overleg

Naar aanleiding van de afgeleverde vergunning kwam dit them aan bod op het overleg tussen De Lijn en Stad Gent op 16 december 2014. De Lijn herhaalde dat ze de nieuwe tramlijn eerst in gebruik wil nemen (zonder bijkomende halte), maar dat ze de vraag naar een extra halte op de De Pintelaan wil evalueren.

Tom Balthazar
Schepen van Stadsontwikkeling, Wonen en Openbaar Groen