Eind vorig jaar ondervroeg ik minister Crevits over de zogenaamde 'Scheldemug' en de stand van zaken van de studies die volop in uitvoering waren in opdracht van W&Z. Ondertussen hield Natuurpunt Gent een pleidooi voor het behoud van de dichtgeslibde Scheldearm.

De vereniging zag in het gebied een uniek gelegen zoetwatergetijdengebied, een soort 'Verdronken Land van Saeftinghe' dat tot in de Stad reikt. Daarom vonden zij de voorgestelde oplossing van de minister geen goed idee en pleitten ervoor om 'niets te doen'. Volgens hen zouden de knijten verdwijnen als het riet dichtgroeit. Baggeren zou een slecht idee zijn, want de kans zou bestaan dat de historische vervuiling wordt blootgelegd.

Ik vernam in de pers dat de studie van W&Z ondertussen is afgerond. Die concludeert dat een sluis in Heusden de beste oplossing is om de dichtgeslibde Schelde te redden en de mogelijkheid te voorzien voor pleziervaarten.

Graag had ik van de schepen vernomen:

• Hoe interpreteert zij de resultaten van de studie? Is zij ook gewonnen voor de bouw van een sluis?
• Verwacht zij ook een budgettaire inspanning van de Stad Gent?
• Hoe zal de schepen het dossier verder aanpakken?

Sas van Rouveroij
Gemeenteraadslid

 

Antwoord:

Het document waar in de pers naar wordt verwezen, werd ten onrechte als een eindrapport voorgesteld. Helaas is dat ook het geval in het document zelf. Daardoor wordt inderdaad de indruk gewekt dat de uitbaggering en de aanleg van een nieuwe sluis als een fait accompli moeten beschouwd worden. We betreuren dat. Wat vandaag voorligt, is een ontwerp van inrichtingsplan. Bijkomende suggesties en opmerkingen moeten nog in het ontwerpplan verwerkt worden.

Pas daarna zullen we beschikken over een inrichtingsplan. Het zal de basis vormen voor de opmaak van het verdere detailontwerp en voor een milieueffectenonderzoek, dat voor de tweede helft van dit jaar is gepland.

Pas als dit allemaal gebeurd is, zo liet Vlaams minister Crevits in haar antwoord op een parlementaire vraag van 26/5/2011 van volksvertegenwoordiger Bart Martens weten, "kan, na positieve evaluatie, beslist worden om het project mee te nemen in de het meerjarenprogramma van Waterwegen & Zeekanaal".

Met eventuele uitvoering op het terrein zal ten vroegste kunnen gestart worden tegen einde 2013.

In de inleiding van het voorliggende inrichtingsplan lezen we:

"Het segment van de Zeeschelde tussen Melle en Gentbrugge wordt bevaarbaar gemaakt voor pleziervaart. Een haalbaarheidsstudie heeft aangetoond dat dit te realiseren is door middel van de bouw van een sluis. Een kosteneffectiviteitanalyse voor verschillende sluislocaties heeft geleid tot de keuze voor de bouw van een sluis ter hoogte van Heusdenbrug."

"De Schelde is echter niet louter drager voor pleziervaart, maar ook voor andere vormen van recreatie, en voor landschaps- en natuurbeleving.. (?) In de rivier heeft zich door de jaren heen een waardevol slik- en schorgebied ontwikkeld. Door de aanleg van de sluis moet dit type natuur gecompenseerd worden, wat gedeeltelijk binnen het project kan."

Concreet betekent dit dat de schorren en slikken die zich tussen Gentbrugge en Heusdenbrug ontwikkeld hebben, zullen opgeofferd worden en daarom elders moeten gecompenseerd worden. In totaal gaat het om 30 hectare getijdennatuur.

De compensatie zou verwezenlijkt worden op twee plaatsen:

• 14,50 ha in de zandwinningput Melle
• 22,75 ha in het deelgebied Ham van het overstromingsgebied Bastenakkers in Wetteren

Het project zou tot gevolg hebben dat er voorbij de nieuwe sluis geen getijdenwerking meer is en dat een waterpeil zou ontstaan gelijk aan dat van de Gentse binnenwateren. De ontwerpers gaan er van uit dat in deze nieuwe situatie de beruchte knijt of Scheldemug niet meer zou gedijen in het gebied.

Pleziervaart zou mogelijk worden van Melle naar de Gentse binnenwateren, zonder daarvoor langs de Ringvaart te moeten omvaren. Voor passagiervaart worden uiteraard grotere boten gebruikt, die in de toekomst tot aan de bestaande sluis in Gentbrugge zouden kunnen varen, daar aanmeren en omkeren.

Er wordt een alternatieve fietsverbinding voorzien ter hoogte van de Vlaamse Kaai en ook een fiets? en wandelverbinding tussen de toekomstige groenpool Gentbrugse Meersen en de Damvallei behoort tot de mogelijkheden. De keuze voor de bouw van een sluis aan Heusdenbrug is in de lopende studie weerhouden als de beste oplossing.

Maar een definitieve keuze is dat niet. Daarvoor moet eerst de studie afgerond worden en moet het milieueffectrapport beschikbaar zijn. Pas dan kan de Vlaamse regering een definitieve beslissing nemen.

Het is dus wachten op de afwerking van het inrichtingsplan en op het milieueffectenrapport, wat betekent dat het voorbarig zou zijn nu al een definitief standpunt in te nemen als stadsbestuur.

De stad Gent heeft tot nu toe actief meegewerkt aan het tot stand komen van de studie en zal dat ook in de volgende fase blijven doen.

Zij gaat ervan uit dat bij de besluitvorming maximaal rekening zal gehouden worden met de opmerkingen die ze al op 11 december 2008 formuleerde in een brief van het stadsbestuur aan de heer Leo Clinckers, gedelegeerd bestuurder van W&Z, waarvan ik u hierbij een kopie overmaak.

Daarin wordt gewezen op het risico dat de kostprijs hoog kan oplopen en op de mogelijke gevolgen voor de unieke biotoop van de Scheldebocht. Er werd aan toegevoegd dat de Stad er op aandringt dat de eventuele uitvoering van het project "geen negatieve invloed zal hebben op de investeringen die door de nv Waterwegen en Zeekanaal in het Gentse gepland waren".

Meer specifiek, zo besluit de brief,

• dringen we er op aan dat de recreatievaart in het Gentse verder kan ontwikkeld worden en verder mogelijk kan blijven door het baggeren van de binnenwateren;
• dringen wij erop aan dat het lopende investeringsprogramma voor andere projecten in de Gentse binnenstad (onder meer Portus Ganda en Oude Dokken) hierdoor geen vertraging oplopen.

Tom Balthazar
Schepen van Milieu, Stadsontwikkeling en Wonen