Zorgcentrum voor slachtoffers van seksueel geweld
Vorige week opende op de campus van het UZ Gent het zorgcentrum voor slachtoffers van seksueel geweld. Een uniek project waarbij het UZ Gent, het parket, het DNA-laboratorium en de politie alle hulp voor slachtoffers op één plek samenbrengen.
Het centrum ligt naast de spoedafdeling en slachtoffers krijgen er eerst medische zorg , pas daarna worden politie en parket ingeschakeld. Slechts één op de tien slachtoffers van seksueel geweld zou aangifte durven doen. De korpschef liet alvast in de pers optekenen te hopen om met het nieuwe zorgcentrum het aantal aangiftes in Gent te kunnen verdrievoudigen.
Concreet heb ik hierbij volgende vragen:
- Hoe verloopt de samenwerking tussen het zorgcentrum en de politie concreet?
- Het automatisch inschakelen van politie en parket zou drempelverhogend kunnen werken. Behouden de slachtsoffers de vrijheid om, na de nodige medische zorg, alsnog te beslissen politie en parket niet in te schakelen?
- Welke communicatiekanalen zullen worden gebruikt om dit initiatief zo ruim mogelijke bekendheid te geven?
Sami Souguir
Fractievoorzitter
Antwoord:
Het Zorgcentrum voor slachtoffers van seksueel geweld (ZSG) is een project dat enorm belangrijk is en alle aandacht verdient. Dit project werd na een grondige voorbereiding gestart in Brussel, Luik en Gent en wordt wetenschappelijk geëvalueerd.
Voor de slachtoffers van ernstig seksueel geweld betekent dit een zogenaamde “holistische” zorg van in het begin tot het einde met alle betrokken diensten. Voor het ZSG te Gent betekent dit dat slachtoffers van seksueel geweld, zoals verkrachting of aanranding, dag en nacht terecht kunnen in het Zorgcentrum Seksueel Geweld (ZSG) van het UZ Gent. Het centrum biedt slachtoffers alle mogelijke bijstand op één locatie: medische en psychische zorg, een eerste sporenonderzoek en, voor wie dat wil, hulp bij de politieaangifte.
Kort geschetst kan men de samenwerking tussen ziekenhuis en Politie als volgt omschrijven: als het slachtoffer zich rechtstreeks tot het ziekenhuis wendt, ontfermt een forensische verpleegkundige zich enerzijds om het slachtoffer (met hulp van andere medische specialisten in functie van de noodwendigheden) en anderzijds stelt de verpleegkundige de sporen veilig.
Wenst het slachtoffer in eerste instantie geen politionele tussenkomst dan komt er ook geen politie en worden de sporen veilig opgenomen en bewaard. Immers uit onderzoek blijkt dat slachtoffers soms in een latere fase wel een gerechtelijke aanpak wensen.
Wenst het slachtoffer wel een politionele tussenkomst dan worden er twee van de twintig Gentse zedeninspecteurs opgeroepen die naar het zorgcentrum komen. Dit zijn zedeninspecteurs met kennis en ervaring inzake zorg, samenwerking met de partners en gespecialiseerd politioneel onderzoek inzake zeden-feiten. Zij staan ook in zeer nauw contact met het Team Zeden van de Lokale Recherche die dit project ook actief ondersteunt.
Als het slachtoffer zich eerst aanmeldt bij de Politie (bv. aan het onthaal of na tussenkomst van een interventieploeg) dan brengt de Politie het slachtoffer zo snel als mogelijk naar het ZSG zodat de zorg onmiddellijk kan starten.
Het is inderdaad de bedoeling dat de drempel tot aangifte/intake verdwijnt omdat men naar het ziekenhuis kan en aangifte niet noodzakelijk is.
De zorg staat centraal.
Een goede bekendmaking van het project is dan ook primordiaal.
De communicatie gebeurt door bekendmaking van dit nieuwe initiatief bij alle medewerkers van de Politie en van de hulpverleningsinstanties die begaan zijn met slachtoffers in de ruime zin van het woord.
De initiatiefnemers van dit project onder coördinatie van de bevoegde staatssecretaris namen hierin reeds heel wat initiatieven.
Daniel Termont
Burgemeester