Gentse haven bloeit
De Gentse haven bleef de laatste jaren groeien, en realiseerde in 2011 een recordjaar met 50 miljoen ton ‘overslag’, goederen die de haven in en uit gaan. Maar er is één groot knelpunt: de Gentse haven is alleen bereikbaar via een sluis in Terneuzen.
Is die sluis defect, dan hebben we in Gent een probleem. Bovendien is de sluis te klein, want de nieuwe, grote zeeschepen kunnen er niet door. Al jaren wordt met Nederland onderhandeld over een tweede, grotere sluis in Terneuzen. De voorbije maanden kwam dat dossier in een stroomversnelling. Het ziet er naar uit dat de bouw van de sluis in 2015 kan starten. Ze wordt 366 meter lang, 55 meter breed en 15 meter diep. De sluis zal om en bij de 1 miljard euro kosten, en Nederland betaalt daar 15% van. De rest zal van Vlaanderen en het Havenbedrijf Gent komen. Als alles meezit, is de nieuwe sluis klaar in 2020. Daarmee is de toekomst van de Gentse haven, en dus ook de werkgelegenheid in onze regio, verzekerd.
Toch zijn er nog steeds Gentenaars die niet weten dat we een eigen zeehaven hebben in onze stad. En niet zomaar een haven. De Gentse haven is de grootste werkgever van Oost-Vlaanderen en biedt rechtstreeks werk aan 30.000 mensen. Onrechtstreeks zijn dat er liefst 70.000. We hebben in onze haven gekende bedrijven, zoals Volvo Cars en ArcelorMittal. Maar er zijn ook kleinere bedrijven, in toelevering en in biochemie en biobrandstoffen. Wie meer uitleg wil over de bijna 400 bedrijven en de werking van onze haven, kan op zaterdag gratis meevaren met de Jacob Van Artevelde, het havenjacht dat tegenover de Weba ligt.