Collectieve regenwaterberging op openbaar domein

1 december 2023

Aan de Dendermondsesteenweg in Sint-Amandsberg zal op de terreinen van een voormalige textielfabriek binnenkort een nieuw stukje groen aangelegd worden. Dit komt er tussen de gebouwen van Hubo en Tom&Co en de nieuwe cohousingprojecten Bijgaardehof en Biotope in dit dichtbebouwde deel van onze stad. Het opmerkelijke aan dit nieuwe parkje zit echter onder de grond onder de vorm van een ondergrondse regenwatertank van maar liefst 120 kubieke meter.

Deze tank zal niet alleen zorgen voor de buffering van het regenwater van de 3.500 m² dakoppervlakte van beide bedrijfsgebouwen, het water wordt ook beschikbaar voor hergebruik door de cohousingprojecten, de vlakbij gelegen feestzaal Lux en de groendienst van de stad voor de bewatering van het nieuwe parkje.

Dit is een mooi voorbeeld van hoe het kiezen voor collectieve oplossingen tot een veel efficiëntere manier van hemelwaterberging kan leiden. In omgevingsvergunningen wordt de verplichting om hemelwater te verwerken op het eigen perceel – behalve wanneer de aanleg van een groendak mogelijk is – vaak vertaald in de verplichting om een privatieve regenput te voorzien. Heel vaak is de realisatie daarvan door plaatsgebrek echter uitgesloten.

We kunnen hierop anticiperen door bij heraanleg van het openbaar domein – waar de context zich hiertoe leent – collectieve bufferinfrastructuur te integreren in het ontwerp. Daar kan dan privatief op aangesloten worden voor hemelwaterberging en kan creatief omgegaan worden met hergebruik van het opgevangen water, zowel publiek (bewatering van groenzones, bluswater voor de brandweer) als door omwonenden of eventuele bedrijven en handelszaken.

Een collectieve regenwatertank die een veelvoud van individuele regenwaterputten vervangt is bovendien niet enkel kostenefficiënt, maar ook een pak milieuvriendelijker aangezien meteen een aanzienlijk volume beton uitgespaard wordt.

Vraag:
Hoe staat de schepen tegenover het concept van collectieve infrastructuur voor hemelwaterberging op openbaar domein?
In hoeverre wordt dit element nu al meegenomen bij het uitwerken van projecten voor heraanleg van het openbaar domein?
Is er ook bij omgevingsvergunningen voor private ontwikkelingen in de voorwaarden voor hemelwaterberging oog voor het benutten van opportuniteiten in de bredere omgeving, zowel op vlak van de berging van het water als het hergebruik ervan?

Christophe Peeters
Gemeenteraadslid

Antwoord:
Voorzitter, ik ken collega Peeters al zeer lang. Ik probeer echt zijn woorden te savoureren. De zin “collectieve systemen zijn in alle opzichten veel duurzamer …”. Ik ben oprecht blij om dit te horen van de heer Peeters, en ik denk met mij heel wat mensen in de zaal.

Ik ga antwoorden op uw vraag. Op 10 februari 2023 keurde de Vlaamse Regering de gewestelijke Hemelwaterverordening goed. Vasthouden, bergen en pas in laatste instantie afvoeren van water is een van de leidende principes in het waterbeleid. De noodzaak daarvoor is – helaas – recent nog zeer duidelijk geworden in de Ijzervallei. Ook dichter bij ons, in de Leievallei, was de alarmdrempel overschreden.

De uitgangspositie is dat iedereen, zowel particulier als openbaar bestuur water maximaal opvangt en bijhoudt. Iedereen moet dus inspanningen doen. Daarom heeft de Vlaamse Regering normen en verplichtingen uitgewerkt voor het volledige Vlaams Gewest.

Als bestuurder van Farys en Fluvius, als voorzitter, weet u dat er in ons openbaar domein geen onbeperkte ruimte is onder de grond. Op veel plaatsen zit onze ondergrond al vol met rioleringen en allerlei leidingen. Het is soms onvoorstelbaar. Het is dus niet evident om private plichten/lasten voor het water van het eigen perceel af te wentelen op het openbaar domein. Er moet een duidelijke meerwaarde zijn voor het algemeen belang om dit vanuit het openbaar bestuur te doen. Bovendien moeten daarvoor ook de budgettaire middelen voorzien worden binnen de stadsbegroting.

Het is een piste die we verder kunnen en willen onderzoeken maar waar we omzichtig mee moeten omspringen. Dergelijke infrastructuur heeft ook gevolgkosten en brengt de nodige beperkingen (ruimte riolering, nutsleidingen,…) en aansprakelijkheid voor later beheer met zich mee.

Tot nu toe passen wij collectieve hemelwaterputten enkel toe in specifieke projecten op het openbaar domein. Recent zijn er al enkele voorbeelden:

Bij de heraanleg van Oostakkerdorp is een regenwaterput geplaatst waarop het dak van de kerk is aangesloten. Het water wordt gebruikt voor een spelelement en voor de Groendienst.
Bij de heraanleg van de omgeving aan Ekkergemkerk is een regenwaterput voorzien voor een deel van het water van de kerk. De groendienst kan hier regenwater oppompen. Er is een wachtbuis voorzien voor toekomstig herbruik van regenwater voor sanitair in de kerk. De overloop van de put vloeit naar een wadi voor infiltratie.
Nog een bekend voorbeeld zijn de pompen aan Sint Lievenspoortstraat-Brusselsepoortstraat en de pomp aan de Zandberg. Die worden gevoed met regenwater van de voorgevels dat naar een regenwaterput stroomt.
In een beluikje aan de Bevrijdingslaan zit eveneens een kleine put onder het openbaar domein met een handpomp.

Het zijn vaak bescheiden putten (+- 5000 l) waar bewoners met een handpomp water kunnen aftappen. Ook onze Groendienst maakt hiervan gebruik. Voor sommige woonstraten hebben we dit al meegenomen. Vooral bij heraanleg van gesloten gevelrijen met veel geveltuinen: bvb het beluik aan de Heernislaan. Bedoeling nu is ervaring opdoen ivm beheerskosten, de meerwaarde (wordt het water wel gebruikt etc…)

In de omgevingsvergunning wordt opvang en hergebruik van regenwater - op vandaag - individueel benaderd. Elke aanvraag moet de toetsing aan de gewestelijke hemelwaterverordening (GSV) doorstaan. Deze verordening legt voorwaarden op voor het scheiden van hemel- en afvalwater, het opslaan en hergebruiken van hemelwater, maar doet ook uitspraken over infiltratie, buffering en lozing. Bij particuliere, individuele aanvragen is het voor de hand liggend dat de noodzakelijke voorzieningen op het eigen private terrein worden voorzien, bij gebrek aan collectieve voorzieningen.

Bij grote woonprojecten, scholen, bedrijven is er meestal voldoende herbruik van het regenwater. In de meeste projecten lukt het om de regenwaterputten op eigen terrein te voorzien. Voor infiltratievoorzieningen is dit vaak moeilijker.

Bij nieuwe projecten waarbij enige vorm van collectiviteit aan de orde is (nieuwe verkavelingen, groepswoningbouw, gemengde projecten, …) wordt er steeds van bij de start van het project door de stadsdiensten meegegeven dat er voldoende ‘ruimte voor water’ wordt voorzien. Voor collectieve voorzieningen moeten daarom steeds de wenselijkheid/haalbaarheid in overleg met de vergunningverlenende overheid en de rioolbeheerder bekeken worden.

We moeten daarom goed afwegen welke ruimte we in het openbaar domein voor wateropvang en -infiltratie afkomstig van private terreinen toelaten. Dit is vaak moeilijk omkeerbaar en het openbaar domein heeft nog zeer nog veel andere functies te vervullen, maar op zich is het een interessante gedachte als we dit weloverwogen kunnen doen. Dan zullen de collectieve systemen in alle opzichten duurzamer doen.

Optionele cookies plaatsen voor Google Analytics, zoeken en social media integratie:       Accepteren       Weigeren       Meer info