Meerjarenplan in evenwicht met structurele maatregelen en bijkomende investeringen
Het College van Burgemeester en Schepenen heeft deze week een politiek akkoord bereikt over de budgetwijziging 2014, het budget 2015 en het meerjarenplan 2015-2019. Dit meerjarenplan vertoont in 2019 een positieve autofinancieringsmarge van ruim 900 000 euro.
Het voorliggende meerjarenplan geeft een concrete invulling aan de in november 2013 aangekondigde structurele besparingsmaatregelen, en houdt rekening met een aantal nieuwe omstandigheden, die een fundamentele invloed hebben op de stadsfinanciën.
De Gentse bestuursmeerderheid heeft er van in het begin duidelijk voor gekozen om het budget in evenwicht te krijgen met structurele maatregelen, vooral in de eigen werking. We kiezen niet voor de gemakkelijke weg van het verhogen van belastingen of het fors inkrimpen van investeringen in het publiek domein. Deze keuze blijft onverminderd overeind.
Wijzigende externe omstandigheden
De opmaak van het meerjarenplan werd sterk beïnvloed door een aantal externe factoren, die globaal een positief effect hebben op het stedelijk budget.
In de eerste plaats blijven de inflatie en de rente laag, wat betekent dat de loonkosten, toch goed voor 2/3 van de totale uitgaven binnen de Groep Gent, minder snel stijgen dan aanvankelijk voorzien. Het Federaal Planbureau voorspelt overigens een blijvend lage inflatie. Ook de rente staat op een historisch dieptepunt. De Stad Gent leent momenteel aan 2,70%. In het meerjarenplan wordt een gemiddelde rentevoet van 3% aangehouden, zodat hier nog een buffer bestaat om toekomstige rentestijgingen op te vangen.
Daarbovenop heeft de nieuwe federale regering in haar regeerakkoord een indexsprong aangekondigd, met sociale correcties. Dit betekent dat de aanpassing van de ambtenarenlonen met 2%, die voorzien was in mei 2015, wordt overgeslagen. Dit heeft uiteraard een betekenisvol effect op de loonkosten. Voor de ganse Groep Gent gaat het structureel over ruim 7,5 miljoen euro. Dit bedrag houdt overigens rekening met de sociale correctie voor de laagste lonen, zoals aangekondigd door de federale regering, en stelt ons in staat om bijna 100 jobs te redden.
De lage inflatie en de indexsprong hebben evenwel ook een negatief effect op de ontvangsten uit de personenbelasting. Deze zijn immers gekoppeld aan de loonevolutie. Daarbovenop komt ook het effect van de aanslepende crisis en hogere werkloosheid, die maken dat de ontvangsten uit de personenbelasting minder snel stijgen dan oorspronkelijk voorzien. Deze correctie is opgenomen in het meerjarenplan.
De opbrengst van de onroerende voorheffing (grondbelasting) stijgt meer dan voorzien. Dit heeft vooral te maken met de grote bouwactiviteit in onze stad. We verwachten dat die stijging zich de komende jaren zal voortzetten, zeker wanneer een aantal grote projecten, zoals Tondelier, The Loop, Gent-Sint-Pieters (Fabiolalaan) en Oude Dokken gerealiseerd worden.
Structurele maatregelen en reorganisatie
Het voorbije anderhalf jaar hebben het college en het managementteam gewerkt aan een reorganisatie van de Groep Gent. Deze reorganisatie moet leiden tot een efficiëntere werking van de stadsdiensten, onder meer door het inkrimpen van het aantal departementen en diensten, en door de uitbouw van zogenaamde Gemeenschappelijke Dienstverleningscentra (die werken voor de ganse Groep Gent), voor personeelsbeheer, financiën en technische diensten. Daarnaast wordt de dienstverlening aan de burgers gestroomlijnd, onder meer door de invoering van een nieuw loketconcept, de versterking van GentInfo, en de uitbouw van het e-loket.
In het meerjarenplan voorzien we overigens een bijkomende investering van ruim 23 miljoen euro om de diensten van Stad en OCMW te concentreren aan de Zuid (huidig Administratief Centrum, het Electrabelgebouw en de huidige Stadsbibliotheek). De gebouwen zullen grondig worden gerenoveerd, en onder meer plaats bieden aan een overzichtelijk en publieksvriendelijk loket voor alle diensten. Daarnaast wordt 3 miljoen euro geïnvesteerd om het Stedelijk Dienstenbedrijf, dat onder meer zal instaan voor het onderhoud van het openbaar domein, te huisvesten op de voormalige UCO-site aan de Maïsstraat.
De bijkomende financiële ademruimte die gecreëerd wordt door de indexsprong, de lage inflatie en de lage rente, wordt voor een deel gebruikt om de voorziene sanering te milderen en te spreiden in de tijd. De sanering in de personeelskosten wordt zo teruggebracht van bijna 20 miljoen euro naar een goede 15 miljoen euro. Nog steeds een fors bedrag, maar aangetoond haalbaar, én ingevuld met concrete besparingsvoorstellen.
Op die manier kunnen we de dienstverlening aan burgers en bedrijven op een hoog kwaliteitsniveau blijven garanderen, en kunnen we verhogingen van de retributies en belastingen vermijden. De personenbelasting, de onroerende voorheffing en de bedrijfsbelastingen stijgen nog steeds niet. Er worden zelfs bijkomende middelen voorzien voor het onderhoud van onder meer extra parken en groenzones. Het college blijft ook middelen vrijmaken voor sociale projecten en de ondersteuning van het middenveld.
De besparingsdoelstelling, die het voorbije jaar nog algemeen was opgenomen, is intussen ingevuld met concrete maatregelen. Er blijven alleen nog kleine algemene bedragen over, enerzijds omdat de effecten van de reorganisatie nog niet allemaal concreet kunnen worden toegewezen (ongeveer 600 000 euro structureel), anderzijds omdat een aantal retributieverhogingen met vertraging worden ingevoerd, om iedereen tijd te geven om zich aan te passen (ook ongeveer 600 000 euro structureel).
Blijven investeren
Deze coalitie heeft er van in het begin, en in een typisch Gentse traditie, voor gekozen om niet te beknibbelen op de investeringen. Met een investeringsvolume van meer dan 465 miljoen euro is Gent de grootste investeerder van alle centrumsteden. Waar vele andere besturen gekozen hebben voor het fors inkrimpen van de investeringen, blijft Gent voluit gaan voor de verbetering en uitbreiding van publieke infrastructuur, zoals scholen, parken, bedrijventerreinen, wegen, fietspaden, culturele en sportinfrastructuur.
Dit grote investeringsprogramma is niet alleen nodig om de infrastructuur in goede staat te houden, maar ook om de gevolgen van de forse bevolkingstoename op te vangen, en de kwaliteit van het openbaar domein te verbeteren. Deze investeringen in publieke infrastructuur hebben de voorbije jaren (sinds 1995) bovendien geleid tot een veelvoud aan privé-investeringen en ontwikkelingen. Wie rondkijkt in de stad, ziet overal bouwwerven.
Een bijkomend effect van dit hoge investeringsvolume, is de gunstige invloed op de economie, vooral op de bouwsector. In die sector waren de investeringen van steden en gemeenten in 2012 goed voor meer dan 20 000 jobs. Fors saneren in de investeringen, zet een deel van deze jobs op de tocht. Gent kiest hier uitdrukkelijk niet voor.
De pensioenen veilig stellen
De lokale besturen zijn de enigen in België die 100% instaan voor de betaling van de pensioenen van hun medewerkers. Deze pensioenuitgaven zijn de voorbije jaren fors gestegen. Gelukkig heeft de Stad Gent in de voorbije jaren een vooruitziend beleid gevoerd, en een reservefonds van meer dan 100 miljoen euro gevormd.
Dit fonds zal de komende jaren verder gespijsd worden, onder meer door in te tekenen op nieuwe aandelen Imewo, die beschikbaar komen na de uittrede van Electrabel uit de distributienetbeheerders. De Stad Gent zal voor 26 miljoen euro bijkomende aandelen verwerven, waarvan het rendement (ongeveer 5,7%) zal gebruikt worden om de pensioenen betaalbaar te houden.
Tegelijk verhogen we de bijdrage voor de zogenaamde tweede pijler, het aanvullend pensioen voor de contractuele personeelsleden, in 2015 van 1% tot 2% (was reeds voorzien) en vanaf 2016 zelfs tot 3%. Hiermee zal het verschil tussen het pensioen van een vastbenoemd en een contractueel personeelslid op termijn netto voor ruim 80% worden dichtgereden.
Daarnaast trekken we het aandeel vastbenoemde personeelsleden gelijk tussen Stad en OCMW. Dit betekent dat de nieuwe aanwervingen voor de Stad voornamelijk op contractuele basis zullen gebeuren, terwijl het aantal statutairen in het OCMW zal stijgen.
Conclusie
Een aantal externe omstandigheden, zoals een lage inflatie en de aangekondigde indexsprong, zorgen voor bijkomende financiële ademruimte. Toch moet er nog steeds fors bespaard worden in de organisatie, zowel door het maken van beleidskeuzes als door een grote reorganisatie die onze diensten efficiënter moet maken. De hoofdbelastingen worden niet verhoogd.
Tegelijkertijd wordt geïnvesteerd in een betere dienstverlening aan de Gentenaars, onder meer door alle publieksgebonden diensten te concentreren rond de Zuid.
Het college kiest er ook voor om te blijven investeren in onderhoud van bestaande infrastructuur, en nieuwe publieke infrastructuur, zoals scholen, wegen en parken.
Tot slot wordt het pensioenfonds versterkt en wordt de betaalbaarheid van de pensioenen van de stadsmedewerkers gegarandeerd.
Uiteraard moeten we nog afwachten wat de impact zal zijn van een aantal besparingsmaatregelen van de Vlaamse en de federale regering. Onder meer de besparingen op de premies van de gesubsidieerde contractuelen zal een effect hebben op de ontvangsten.
De komende jaren zullen we dus bij elke budgetcontrole moeten bijsturen waar nodig, en tegelijk bijkomende buffers creëren. Het is immers onmogelijk te voorspellen wanneer bijvoorbeeld de economie terug zal aantrekken, en wat het effect zal zijn van structurele ingrepen door andere overheden. De steden en gemeenten doen nu reeds zware inspanningen om hun budgetten in evenwicht te houden, en het kan niet de bedoeling zijn dat overheden besparingen op elkaar afwentelen. Dit helpt trouwens ook niet om het globale overheidstekort terug te dringen.
Voorzichtigheid en zuinigheid blijven dus geboden, net zoals de blijvende ambitie om onze organisatie efficiënter, effectiever en klantvriendelijker te maken, en verder te investeren in onze stad.