Omruilen rijbewijzen

20 april 2015

In België werd het nationale rijbewijs ingevoerd in 1967. Het rijbewijs en de wetgeving daaromtrent heeft sinds zijn invoering al vele wijzigingen ondergaan, vooral op gebied van de categorieën en de voertuigen die op basis hiervan mogen bestuurd worden. Zo was een volwaardig motorrijbewijs destijds automatisch inbegrepen in het autorijbewijs (cat. B), later was er een vermogensbeperking, nu is het motorrijbewijs volledig losgekoppeld van het autorijbewijs.

In 2010 werd het rijbewijs in bankkaartmodel ingevoerd. Houders van een oud rijbewijs kunnen momenteel nog op eigen initiatief hun rijbewijs omruilen voor een nieuw model. Tegen 2033 moeten in alle lidstaten van de Europese Unie alle oude modellen vervangen worden door een bankkaartmodel.

Her en der duiken echter verhalen op dat men door het louter vernieuwen van een rijbewijs bepaalde categorieën voertuigen niet langer zou mogen besturen.

Naar aanleiding hiervan heb ik dan ook volgende vragen:

Klopt het dat het louter omruilen van een oud rijbewijs voor een nieuw in sommige situaties een invloed heeft op de categorieën voertuigen die men mag besturen? Zo ja, in welke gevallen komt dit voor?

Sami Souguir
Fractievoorzitter


Antwoord:

De berichtgeving in de media over de geldigheid van oude rijbewijzen gaat over rijbewijzen die uitgereikt zijn voor 01 januari 1989. De rijbewijzen in kwestie blijven nog steeds geldig tot 2033 maar kunnen inderdaad nu al ingeruild worden.

Op de rijbewijzen van vóór 1989 werd enkel een gaatje geknipt naast de hoogste categorie. Destijds had de houder van een autorijbewijs, categorie B, automatisch ook een motorijbewijs (categorie A).

Bij omzetting naar een bankkaartmodel behouden rijbewijzen van categorie B de categorieën AM - A1 - A2 - A - B - BE. Dit wel zeggen dat deze burgers kunnen rijden met de motor (AM, A1, A2 en A), auto (B) en aanhangwagen (BE). Voor deze categorie verandert er dus niets.

Burgers die een rijbewijs categorie C en D bezitten en dus met een vrachtwagen en bus op de baan gaan, moeten wel om de vijf jaar een medisch attest van de arbeidsgeneesheer kunnen voorleggen.

Sofie Bracke
Schepen van Burgerzaken en Protocol en Ambtenaar van de Burgerlijke Stand

 

Optionele cookies plaatsen voor Google Analytics, zoeken en social media integratie:       Accepteren       Weigeren       Meer info