Ontharding versus toegankelijkheid
De strijd tegen de klimaatverandering (met een toenemende kans op wateroverlast als één van de gevolgen) wordt met heel wat middelen gevoerd. De ontharding van ons openbaar domein is daar één van. De lucht- en bodemkwaliteit verhogen en het hitte-eilandeffect vermindert.
Voor een goed begrip en zodat iedereen weet waarover we spreken:
Ontharden is het fysisch wegnemen van verharding op het terrein: het afbreken van een gebouw of het verwijderen van asfalt, zodat de bodem weer doorlaatbaar wordt en verschillende andere natuurlijke functies weer toelaat.
Verharde ruimte is ruimte die ingenomen wordt door bijvoorbeeld gebouwen, wegen, parkings, terrassen en opritten, die een aantal natuurlijke functies van niet-verharde ruimte verstoren.
Ook vanuit de Vlaamse overheid wordt zwaar op ontharding ingezet. Onder de noemer ‘Vlaanderen breekt uit’ zijn heel wat proeftuinen gerealiseerd. Ook in Gent, denk maar aan ‘Oostakker breekt uit’. En dat is op zich absoluut prima, gemeenteraadslid Christophe Peeters onderschrijft die doelstelling.
Bij de heraanleg van wegen kiezen meer en meer lokale besturen er echter ook voor om ook voetpaden te ontharden en dus te vergroenen. En dit stelt ons toch voor een aantal problemen. Voor ouderen of mensen die gebruik maken van een rollator, kinderwagen of rolstoel is een niet verhard voetpad allerminst een evidentie. Daar wordt ook op gewezen in het ‘Vademecum Toegankelijk Publiek Domein’, en Peeters citeert: “Het loopoppervlak moet een bepaalde stroefheid hebben, om te voorkomen dat mensen uitglijden. Het materiaal moet deze stroefheid onder alle (weer)condities behouden. Een pad over goed aangestampte aarde bijvoorbeeld, kan bij droog weer goed toegankelijk zijn, maar onder natte omstandigheden wordt het al snel glibberig. Dit geldt ook voor de meeste natuursteensoorten.”
Collega D’Hose heeft in een schriftelijke vraag reeds gewezen op de situatie in de Roodborstjesstraat te Wondelgem, bij wijze van voorbeeld. Daar is, voor de voetpaden, gekozen voor dolomiet wat enerzijds zorgt voor oneffenheden maar ook verzakkingen veroorzaakt waardoor weggebruikers de facto op de openbare weg worden gedwongen.
De schepen is zich bewust van de problematiek, getuige daarvan de passage in de beleidsnota over de nood aan een beleidskader dat de ambities inzake ontharding en toegankelijkheid op elkaar afstemt.
Vraag:
Hoe tracht u de toegankelijkheid van voetpaden in onze stad te verzoenen met het beleid inzake ontharding? Is er bepaald welke voetpaden in aanmerking komen voor ontharding? Wat is de stand van zaken van het aangekondigd beleidskader hieromtrent?
Christophe Peeters
Gemeenteraadslid
Antwoord:
Zoals u reeds in uw vraag schetst is de keuze voor ontharden steeds maatwerk en zoeken naar een evenwicht. Bij ieder ontwerp houden we rekening met locatie, de intensiteit van het gebruik, de ruimtelijke context en de morfologie van de bebouwing om de keuze te maken voor volwaardige voetpaden aan beide zijden, een enkelzijdig voetpad of groene bermen.
In IPOD II zijn de maatvoering, normering en ontwerprichtlijnen van de verschillende bouwstenen voor het openbaar domein vastgelegd. In IPOD IV is een visie ontwikkeld op het klimaatrobuust maken van onze stad. Een belangrijk element in die afweging zijn de richtlijnen voor een veilige, vlotte en duurzame mobiliteit voor alle verkeersdeelnemers. Hierbij houden we rekening met het STOP principe, de netwerkopbouw voor voetgangers en houden rekening met de attractiepolen binnen de omgeving. Pas na deze beslissing worden verder gekeken naar de andere elementen, ontharding, groenaanleg enz.
Daarbij houden we ook rekening met belangrijke voetgangersassen naar de kernen, schoolomgevingen en het openbaar vervoer. Looplijnen naar centra en haltes worden eerder verhard dan looplijnen die sporadisch gebruikt worden om enkele woningen bedienen.
In een dense wijk uit de 19de eeuw met rijwoningen en menging van functies wordt bijna steeds gekozen om voetpaden aan beide zijden volgens de norm aan te leggen of over te gaan tot een woonerf.
In een typische verkaveling uit de 20ste eeuw met open bebouwingen en lagere woondichtheden zal eerder gekozen worden om slechts aan één zijde voetpaden opnieuw aan te leggen.
In een landelijke omgeving zonder grote stromen doorgaand verkeer waar nog nooit voetpaden gelegen hebben zullen we de bermen ook in de toekomst eerder onverhard en groen laten.
Zoals reeds eerder toegelicht, dit is steeds maatwerk. We hebben geen kaart van alle voetpaden die in aanmerking komen om te ontharden. Elke straat waar werken gepland zijn; wordt de rol en functie van het voetpad bekeken in zijn ruimere context. De mogelijkheid om te vergroenen en extra bomen aan te planten is ook afhankelijk van de ligging van leidingen en rioleringen.
De voetgangerscel van het Mobiliteitsbedrijf is bezig met de opmaak van een voetgangersplan. Voor de zomer van 2022 zou dit plan klaar moeten zijn.