In het vragenuurtje van februari jl. stelde ik een vraag over de maximumfactuur binnen het onderwijs. Vanaf het schooljaar 2008-2009 zal in de basisscholen een maximumfactuur van toepassing zijn van 20 euro per kleuter en 60 euro per leerling lager onderwijs...

voor verplichte materialen die niet onder de kosteloosheid vallen en voor een aantal activiteiten zoals zwemmen, toneel of eendaagse uitstappen.

Uit uw antwoord toen kon ik opmaken dat alvast de zwemlessen in het basisonderwijs niet in het gedrang komen.

Graag had ik (net voor de zomervakantie) wat meer informatie rond de toepassing van de maximumfactuur binnen het stedelijke kleuter- en basisonderwijs.

• Hoeveel betalen ouders nu binnen de verschillende scholen van het kleuter ? en basisonderwijs en voor welke activiteiten of materialen?
• Zal de invoering van deze maatregel effecten of gevolgen hebben? Indien ja, welke?

Sofie Bracke
Gemeenteraadslid

Antwoord:

De vraag gaat hier over de ?scherpe? maximumfactuur. Er zijn namelijk 2 maximumfacturen. Het is zo dat de materialen die noodzakelijk zijn voor het nastreven van de ontwikkelingsdoelen al een tijdje gratis ter beschikking worden gesteld. Het is zo dat Gent in deze een voorbeeldfunctie heeft vervuld en dat momenteel Vlaanderen daar is gevolgd. Het is ook zo dat de scholen aan de ouders nog een bijdrage kunnen vragen voor onderwijsgebonden kosten. Dat zijn kosten gemaakt tijdens de normale aanwezigheid van de leerlingen. Wanneer deze niet noodzakelijk zijn om de eindtermen te realiseren of een ontwikkelingsdoel na te streven, maar wel het doel hebben om alles een beetje te verlevendigen. Het is ook zo dat de kosten die daar gevraagd worden altijd eerst voor advies moeten worden voorgelegd aan de schoolraad, de schoolraad waar ook ouders in vertegenwoordigd zijn.

Terugkerend naar deze 'scherpe' maximumfactuur. Wat kan deze omvatten?

• De toegangsprijs voor het zwembad met uitzondering voor de leerlingengroep waarbij het zwemmen gratis is. In het stedelijk onderwijs is dit meestal het eerste leerjaar.
• De toegangsprijs bij pedagogisch-didactische uitstappen, toneelbezoek, museumbezoek.
• De deelnamekosten aan eendaagse extra murosactiviteiten. De heer Goossens heeft er al naar verwezen.
• De kosten van gemeenschappelijk vervoer bij pedagogisch-didactische uitstappen, eendaagse extra murosactiviteiten en ook zwemactiviteiten (het stedelijk onderwijs beschikt over eigen busvervoer. Met andere woorden er moeten geen contracten worden afgesloten met de vervoersmaatschappijen).
• De aankoopprijs voor turn- en zwemkledij.
• De kosten bij feestactiviteiten en ook occasionele activiteiten.

Dit mag bij kleuters vanaf volgend schooljaar 20 euro bedragen en bij kinderen van het lager onderwijs maximum 60 euro. Nadien, vanaf 2011-2012 zal dat bedrag opgetrokken worden in functie van de index. Ter informatie: de 20 en 60 euro zullen in de toekomst nog wat vermeerderen.

Naast het kosteloos ter beschikking stellen van materiaal, is het zo dat voor het schooljaar 2007-2008 volgende bedragen werden gevraagd aan de ouders: voor het eerste leerjaar was dat 15 euro (zwemmen gratis, betaald door de Vlaamse overheid). Van het tweede tot het zesde leerjaar: 25 euro, zwemmen inbegrepen. Voor de kleuters in de eerste en tweede kleuterklas: 15 euro en voor de derde kleuterklas: 25 euro met kleuterzwemmen. U ziet al dat hier een probleem rijst of zou kunnen rijzen naar de toekomst omdat dit 5 euro boven het bedrag is die de maximumfactuur toelaat.

Het Departement Onderwijs Brussel heeft onder impuls van de Vlaamse regering en van minister Frank Vandenbroucke, ervoor gezorgd dat de werkingskosten met 130 euro per kind per jaar zullen worden verhoogd vanaf volgend schooljaar en dat de school of de inrichtende macht de keuze of de mogelijkheid heeft om een aantal kosten ook te betalen, dus met andere woorden om dat niet te moeten vragen aan de ouders. Die 5 euro voor dat kleuteronderwijs zal onder andere hier voor dienen. Een deeltje daarvan zal worden gebruikt. Met andere woorden: we zullen ons perfect kunnen houden aan de maximumfactuur zonder dat er moet worden ingeboet op de pedagogische activiteiten. Ook wat andere zaken betreft zijn we niet van plan om daaraan te tornen. Wat wel een gevolg zal hebben is de gewoonte die in sommige scholen plaatsvindt om bijvoorbeeld meerdere keren op de 6 jaar, dikwijls elk jaar, meerdaagse extra murosactiviteiten in te richten. Het zal nog mogelijk zijn, want men kan nog 360 euro over de 6 jaar voor extra murosactiviteiten vragen. Dat betekent dus dat men ongeveer 3 keer op de 6 jaar zou kunnen weggaan.

Rudy Coddens
Schepen van Onderwijs en Opvoeding