Zwemlessen in het Stedelijk onderwijs
Steeds minder kinderen leren zwemmen op school. De zwemlessen op school volstaan niet meer om een kind fatsoenlijk te leren zwemmen. Niet dat de kwaliteit niet goed is, maar er zijn gewoon te weinig uren. Grote boosdoener is het gebrek aan middelen van de scholen. Om naar een zwembad te gaan is er vervoer nodig en dat kost geld.
Vraag:
- Vanaf welk leerjaar gaan de schoolkinderen zwemmen?
- Wat is de frequentie?
- Wat is het kostenplaatje voor de ouders en voor de school?
- Zijn er voldoende zwembaden waar de schoolkinderen terecht kunnen?
Carl De Decker
Gemeenteraadslid
Antwoord:
Kunnen zwemmen is een basisvaardigheid voor kinderen om in de lagere school te verwerven.
Daarom is zwemmen opgenomen in de eindtermen voor het gewoon lager onderwijs en in de ontwikkelingsdoelen voor het buitengewoon lager onderwijs.
Dit maakt dat scholen over het algemeen starten vanaf het eerste leerjaar.
Elke stedelijke school beslist zelf hoe vaak de leerlingen gaan zwemmen.
Elke leerling in het lager onderwijs heeft recht op 1 schooljaar gratis zwemmen.
Dat betekent dat elke school voor elke leerling 1 schooljaar lang de kosten voor het vervoer naar en de toegang tot het zwembad betaalt.
Tijdens de andere schooljaren kan de school een bijdrage aan de ouders vragen voor het vervoer en de toegang tot het zwembad. Die bijdrage valt onder de scherpe maximumfactuur. In het stedelijk onderwijs Gent wordt enkel de kost van de toegang tot het zwembad gerekend. De vervoerskost (als die er is) wordt niet doorgerekend.
We horen vandaag geen geluiden dat er te weinig mogelijkheden zijn om te zwemmen. Wel is het een jaarlijks puzzelwerk om alle scholen in het Gentse (dus niet enkel de stedelijke) te bedienen. Dat zorgt er voor dat sommige scholen niet gaan zwemmen in het meest nabije zwembad. De inroostering gebeurt door de Sportdienst.
Elke Decruynaere
Schepen van Onderwijs, Opvoeding, Gezinsbeleid, Outreachend Werk en Jeugd